Autorijden met medicijnen, ziekte of handicap
Sinds 1 oktober 1998 mag u niet autorijden als u lijdt aan bepaalde lichamelijke of geestelijke aandoeningen. We spreken dan zowel over neurologische stoornissen zoals epilepsie, aandoeningen van hart en bloedvaten, diabetes (suikerziekte), hartkwalen … als geestelijke ziektes.
Medische vragenlijst bij ziekte of handicap
Bij het opstellen van een verzekeringsvoorstel, dus nog voor u een contract tekent, vraagt uw verzekeraar of u een ziekte of een handicap hebt. Afhankelijk van uw antwoord moet u een bijkomende medische vragenlijst invullen. Uw verzekeraar kan ook een bevestiging van uw arts vragen dat u nog kunt rijden. Aan de hand van deze informatie beslist de verzekeraar of hij u kan verzekeren, en aan welk tarief.
Aandoeningen die uw rijvaarigheid beïnvloeden
Medische aandoeningen zoals epilepsie, suikerziekte, hartkwalen … hebben een invloed op uw rijvaardigheid. Maar ook na een operatie of bij het nemen van medicatie mag u dikwijls (al dan niet tijdelijk) de baan niet op. Kruipt u toch achter het stuur, terwijl dat medisch niet verantwoord is, dan kan bij een ongeval uw verzekeraar de uitgekeerde schadevergoeding, volledig terugeisen van u.
Hebt u al een autoverzekering en krijgt u een ziekte die uw rijvaardigheid beïnvloedt, contacteer dan direct na de diagnose uw verzekeraar.
Medicijnen en autorijden: arts beslist
Gebruikt u geneesmiddelen die uw waarneming, stemming, concentratievermogen, psychomotoriek of oordeelsvermogen ongunstig beïnvloeden, dan zal uw arts u adviseren tijdelijk uw wagen aan de kant te laten staan en uw rijbewijs in te leveren. Contacteer in dat geval onmiddellijk uw verzekeraar. Bent u terug genezen en stopt u met het nemen van medicatie dan krijgt u, na groen licht van uw arts, uw rijbewijs terug.
3 categorieën geneesmiddelen
Geneesmiddelen worden onderverdeeld in drie categorieën naargelang de invloed op de rijvaardigheid:
- categorie 1: hebben waarschijnlijk geen negatieve invloed op de rijvaardigheid.
- categorie 2: hebben een lichte of matige invloed op de rijvaardigheid. U krijgt het advies geen wagen te besturen de eerste dagen van de behandeling.
- categorie 3: hebben een ernstige invloed op de rijvaardigheid. Uw arts adviseert u om niet meer met de wagen te rijden.
12 vuistregels voor het gebruik van medicatie achter het stuur
- Uw dokter schrijft geneesmiddelen voor? Lees aandachtig de bijsluiter en vooral de mogelijke bijwerkingen op uw rijgedrag. En luister naar het advies van uw apotheker.
- Gebruik nooit een medicament dat voor iemand anders werd voorgeschreven. Wat goed is voor een ander, is niet noodzakelijk goed voor u.
- Drink geen alcohol. Het versterkt ongewenste effecten op uw waarneming en concentratievermogen. Vooral zware pijnstillers die opiaten bevatten, kunnen bijwerkingen zoals sufheid en slaperigheid versterken. Maar ook bij andere pijnstillers is er kans dat u veel sterker op alcohol reageert dan u gewend bent.
- Vermijd lange trajecten of nachtelijke ritten als u medicatie neemt. Een ziekte vergt heel wat van uw lichaam. Het is niet verstandig om dan extra fysieke en mentale inspanningen te leveren.
- Wees vooral voorzichtig bij de start van uw behandeling. Overschrijd nooit de voorgeschreven dosis en let op als u meerdere geneesmiddelen combineert.
- Respecteer de uren en de manier waarop u uw medicatie moet gebruiken. Als u bij de inname ervan iets moet eten of drinken, neem dan wat proviand mee voor onderweg.
- U twijfelt aan de bijwerkingen? Vraag dan raad aan uw dokter of apotheker. Signaleer ook dat u van plan bent om met de wagen te rijden en licht hen in als u nog andere medicatie neemt.
- Stop met rijden van zodra u bijwerkingen ondervindt. Slaperigheid, concentratieproblemen, duizeligheid of problemen met uw zicht zijn levensgevaarlijk als u achter het stuur zit. Als u zelf deze signalen niet opmerkt, luister dan naar het advies van uw passagiers.
- Rijd bij voorkeur overdag. Verplaatsingen in het donker vragen meer concentratie en de neiging om in te dommelen is groter.
- Drink geen koffie of energiedrankjes om de bijwerkingen te bestrijden. Het zijn lapmiddelen die u geen meter vooruit helpen.
- U bent een professionele chauffeur (zoals een buschauffeur of een vrachtwagenbestuurder)? Meld dit aan uw dokter op het moment dat hij u medicijnen voorschrijft.
- Kruip niet achter het stuur met een griep of stevige verkoudheid. Duits onderzoek heeft aangetoond dat een grieperige automobilist net zo slecht rijdt als een dronkaard. Als u niest of hoest, sluit u bovendien uw ogen in een reflex en ziet u niet meer wat er rondom u gebeurt.
Wat zegt de wet?
Er bestaat geen test waarmee de politie kan controleren of u onder invloed van medicijnen rijdt. Nochtans is rijden ‘in een soortgelijke staat dan dronkenschap ten gevolge van het gebruik van medicijnen’ strafbaar en riskeert u boetes tussen 1 600 en 16 000 euro en een rijverbod van een maand tot vijf jaar of zelfs een definitief rijverbod.
Als u met een voertuig rijdt, moet uw fysieke en psychische staat voldoen aan de minimale medische vereisten. Als u regelmatig medicijnen neemt die uw rijgeschiktheid verstoren of hoeveelheden die uw rijgedrag veranderen, dan bent u niet meer in staat om te rijden.
Ziekte of medicatie niet aangegeven: de gevolgen
Verzwijgt u opzettelijk een medisch probleem omdat u wilt blijven autorijden en veroorzaakt u een ongeval te wijten aan uw ziekte of het gebruik van medicatie? Dan heeft uw autoverzekeraar volledig verhaalsrecht. Uw autoverzekeraar zal weliswaar eerst het slachtoffer vergoeden, maar zal nadien het volledige bedrag van u terugeisen als u opzettelijk uw ziekte of medicijngebruik hebt verzwegen.
Ongeschikt om nog met de auto te rijden
Als uw dokter u laat weten dat u (al dan niet tijdelijk) niet meer rijgeschikt bent, hebt u vier werkdagen tijd om uw rijbewijs in te leveren. Uw dokter kan u wel doorverwijzen naar CARA (het Centrum voor Rijgeschiktheid en voertuigaanpassing van Vias institute, het Belgische kenniscentrum voor verkeersveiligheid, mobiliteit en maatschappelijke veiligheid) om uw rijvaardigheid laten testen.
CARA neemt praktijktests af en onderzoekt of u medisch geschikt bent om een voertuig te besturen. Het centrum onderzoekt niet alleen mensen met een lichamelijke handicap. Ook als u lijdt aan concentratie- of gedragsstoornissen bent u welkom. Het besluit van CARA kan bijvoorbeeld zijn dat uw auto aangepast kan worden aan uw handicap. Verklaart CARA u rijgeschikt dan ontvangt u een rijgeschiktheidsattest waarmee u een voorlopig rijbewijs krijgt, een leervergunning kunt aanvragen of uw ingeleverde rijbewijs terugkrijgt.
Conclusie: als u een medisch probleem hebt, meldt u dat aan uw autoverzekering. Anders riskeert u dat u na een ongeval zelf voor alle kosten opdraait.